Voor een optimaal gebruik van microvezeldoeken wordt de zogenoemde vouwmethode geadviseerd. Een (klamvochtige) microvezeldoek wordt hierbij twee of drie keer gevouwen zodat er acht of zestien kanten ontstaan. Op deze manier kan er telkens met een schoon deel van de doek worden gereinigd. Als alle kanten gebruikt zijn, wordt de doek vervangen door een schone doek.
Doordat de doeken niet meer in een emmer water uitgespoeld worden, blijven vuil en micro-organismen achter in de doek en worden niet via het spoelwater verplaatst naar een ander te reinigen oppervlak. Verspreiding van vuil en micro-organismen wordt verder tegengegaan door te werken van schoon naar vuil en door het wisselen van kant van de doek of de gehele doek per taak.
Uit onderzoek dat VSR heeft laten uitvoeren blijkt dat er na het schoonmaken van een gecontamineerd oppervlak met gevouwen microvezeldoeken weliswaar sprake is van een reductie van micro-organismen, maar dat micro-organismen ook verspreid worden naar opeenvolgende oppervlakken. Er is dus sprake van kruisbesmetting. Of dat heel erg is, leest u in het magazine dat over dit VSR-onderzoek is uitgebracht: Kruisbesmetting bij het gebruik van gevouwen microvezeldoeken - VSR-digimagazines.