De schoonmaakbranche is een branche van mensen. Vakmensen maken schoon waar andere mensen verblijven. Dat wordt door die gebruikers van gebouwen, ruimten, vervoersmiddelen als vanzelfsprekend beschouwd.
Schoonmaak is een zogenaamde dissatisfier. Pas als het niet schoon is, valt het op. Het is net als water. Als het er onverwacht niet is en je kunt niet douchen, koken en schoonmaken, dan mis je het pas. Dat leidde bij een zeer gewaardeerd (voormalig) bestuurslid van VSR tot de verzuchting dat je als schoonmaakbedrijf beter een schoonmaakfout kunt plannen. Die fout wordt dan gesignaleerd en optimaal hersteld. De opdrachtgever is vervolgens uitermate tevreden over het vakmanschap en de doortastendheid van de schoonmaker. De schoonmaker heeft zichtbaar resultaat geboekt. Die zichtbaarheid hangt samen met zoiets ondefinieerbaars als “de menselijke maat”.
Onzichtbare schoonmakers die in de avonduren een sleutelpandje schoonmaken worden door de gebruikers van dat pand niet gezien als collega’s maar als schoonmaakkabouters die buiten kantoortijden en buiten hun gezichtsveld opereren. De menselijke maat is er niet. De gebouwgebruiker en de schoonmaker zien elkaar niet. De schoonmaker is voor de gebouwgebruiker geen individu maar een anoniem deel van een onzichtbaar geheel. Dat kan veranderen met dagschoonmaak. Als de schoonmaker zichtbaar is en er is positief contact met de gebouwgebruikers, dan kan dat de eigenwaarde van de schoonmaker vergroten en kan het bijdragen aan het gevoel van betekenis te zijn voor de organisatie.
Sommigen vrezen dat verdergaande robotisering echter ook een negatief effect heeft op de menselijke maat. Dat door robots menselijke schoonmaakbanen zullen verdwijnen. Dat het werkplezier verloren gaat als de fijne empathische collega wordt vervangen door een kille repeterende robot. Ik denk niet dat het zo’n vaart zal lopen. De angst voor baanovername door robots lijkt onterecht. Ze zijn niet sociaal en niet creatief, empathisch of ondernemend. Wel zal het zo zijn dat door robots de werkzaamheden van de schoonmaker veranderen. Routinematig en repeterend werk kan door robots worden overgenomen. Dat biedt kansen aan de schoonmaker om ándere werkzaamheden uit te voeren, bijvoorbeeld op het terrein van hospitality. Daar moeten werkgever en werknemer het dan wèl samen over hebben.
Technologische vernieuwing vereist sociale vernieuwing. Dat wordt ook wel sociale innovatie genoemd. “Sociale innovatie is een vernieuwing in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrelaties die leidt tot verbeterde prestaties van de organisatie en ontplooiing van talenten”, aldus Het Nederlands Centrum voor Sociale innovatie (NCSI).
Betrek medewerkers dus bij de organisatie en verleid en ondersteun mensen bij het verkennen van hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt anticiperend op technologische vernieuwing in de schoonmaakbranche.Daarbij staat dus niet de robot centraal maar de mens. De mens is de maat.
John Griep
Directeur VSR
Bron: deze blog is gepubliceerd in Schoonmaakjournaal op 11 mei 2018